Trias Tentoonstelling

De Trias-tentoonstelling geeft een overzicht van het Germaanse Trias en zijn fossielen.

In Nebra geeft de Trias-tentoonstelling een overzicht van het Germaanse Trias op kleine schaal in meer dan 20 vitrines en affiches, met de nadruk op de fossielen. Maar ook de geologie en de regionale relatie tot het gesteente worden behandeld. In Berlijn en Hamburg werd immers rode Nebra-zandsteen gebruikt, terwijl steen uit de Neder-Muschelkalk vooral in regionale gebouwen werd gebruikt (Dom van Naumburg, Neuenburg Freyburg/U).

Het beeld van de vijandige en fossielrijke Buntsandstein en de Neder-Muschelkalk krijgt een andere voorstelling. Als gevolg van diagenetische omstandigheden zijn de vondsten zeldzaam, maar dit komt niet louter overeen met de primaire omstandigheden. Helaas heeft de sterke achteruitgang van de mijnbouw en de industrialisatie ervan een negatief effect. Nieuwe vondsten worden zeldzamer, terwijl historisch materiaal vaak verspreid is. Het is daarom des te verheugender dat de tentoonstelling kan voortbouwen op twee oude collecties die in de regio zijn gebleven. Een deel is afkomstig uit de bezittingen van Schloss Neuenburg (Freyburg/U) en gaat terug tot H. Drescher uit de jaren 1950/60 met specimens uit de 19e eeuw. Verder materiaal behoort tot de Geologisch-Paleontologische Collecties van de Martin-Luther-Universiteit Halle-Wittenberg, eveneens met specimens uit het midden van de 19e eeuw (Giebel, v. Fritsch). In het kader van een internationaal Trias-symposium in 1999 maakten deze deel uit van een tentoonstelling, waarvan de Nebra Trias-tentoonstelling in gereduceerde vorm de inhoud en de tentoongestelde stukken als uitgangspunt heeft genomen.

De bijna 1000 jaar oude steenindustrie bracht al vroeg fossiele vondsten aan het licht die hun weg vonden naar de literatuur. De eerste beschrijvingen van Triasfossielen komen hier vandaan. Reeds in 1710 beschreef Büttner koppotigen (cephalopoden) uit Querfurt. In 1852 beschreef professor Schmidt uit Jena de streek als een van de rijkste fossielengebieden van heel Thüringen. Talrijke vondsten van gewervelde dieren hebben geleid tot de eerste beschrijvingen van mariene reptielen en vissen van het Trias (v. Meyer, zu Münster). De zeelelievondsten van Freyburg/U., die klassiekers zijn geworden, zijn niet de enige spectaculaire vondsten van dit Midden-Duitse Trias-landschap. Typische Muschelkalkfossielen, zoals ceratieten, worden echter niet gevonden. In plaats daarvan zijn er discoptychieten ("ammonieten") en nautiliden uit de Lagere Muschelkalk. Naast nothosaurus- en Placodus-resten (bastaardhagedis, stoeptegel-dinosaurus) maakt de tentoonstelling indruk met amfibieënresten uit het Midden-Buntsandstein. Zelden ziet men materiaal van Carnallicrinus, & Co. in deze kwaliteit, in zo'n beperkte ruimte.